E-fiche 1 – De voorwaarden voor implementatie van een verplichte uitvoeringsmaatregel

  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_validate() should be compatible with views_handler::options_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter::options_submit() should be compatible with views_handler::options_submit($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_style_default::options() should be compatible with views_object::options() in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_style_default.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_validate() should be compatible with views_plugin::options_validate(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_plugin_row::options_submit() should be compatible with views_plugin::options_submit(&$form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/plugins/views_plugin_row.inc on line 0.
  • strict warning: Non-static method view::load() should not be called statically in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/views.module on line 879.
  • strict warning: Declaration of views_handler_argument::init() should be compatible with views_handler::init(&$view, $options) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_argument.inc on line 0.
  • strict warning: Declaration of views_handler_filter_boolean_operator::value_validate() should be compatible with views_handler_filter::value_validate($form, &$form_state) in /var/home/europeeje/public_html/sites/default/modules/views/handlers/views_handler_filter_boolean_operator.inc on line 0.

Welke maatregelen kan een schuldeiser nemen om een schuldenaar te dwingen tot betaling van zijn schuld?

Elk Europees land moet het recht van een schuldeiser waarborgen van “toegang tot de rechter”. Dit recht zou echter slechts een illusie zijn als er geen waarborgen bestonden om te verzekeren dat de verkregen uitspraak ook daadwerkelijk de verwachte gevolgen zal bewerkstelligen.

Het recht op tenuitvoerlegging is dan ook een natuurlijke uitloper van het recht om naar de rechter te gaan.

Voordat een beroep kan worden gedaan op maatregelen van gedwongen tenuitvoerlegging als iemand niet aan zijn verplichtingen voldoet, moet echter eerst worden voldaan aan diverse voorwaarden die zijn vastgelegd in het Belgische Gerechtelijk Wetboek:

  • de schuldeiser moet beschikken over een uitvoerbare titel of beslissing;
  • de uitvoerbare titel moet formeel worden betekend en in het algemeen moet een bevel tot betalen worden gegeven;
  • de vordering die in de titel vervat is moet zeker, vaststaand en opeisbaar zijn.

1. EEN TITEL DIE... UITVOERBAAR IS

Artikel 1494 van het Belgische Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat “geen uitvoerend beslag op roerend of onroerend goed mag worden gelegd dan krachtens een uitvoerbare titel (...)”.

Een uitvoerbare titel of beslissing is een document dat kan worden gebruikt, in de noodzakelijke gevallen, om maatregelen van gedwongen tenuitvoerlegging te nemen tegen een partij die niet aan zijn verplichtingen voldoet.

WAT IS EEN UITVOERBARE TITEL?

Een uitvoerbare titel kan verschillende vormen aannemen:

  • een rechterlijke beslissing;
  • een akkoordvonnis [een vonnis waarin de rechter een overeenkomst tussen de partijen ter beslechting van een geschil bekrachtigt];
  • een arbitraal vonnis;
  • een notariële akte;
  • of een administratieve akte waaraan de wet uitvoerbare kracht heeft toegekend.

HET SPECIFIEKE GEVAL VAN EEN RECHTERLIJKE BESLISSING

Als de uitvoerbare titel de vorm heeft van een rechterlijke beslissing, dan is de uitvoerbaarheid daarvan niettemin afhankelijk van de toevoeging van een formule van tenuitvoerlegging, hetzij in het geval de uitvoerbaarheid bij voorraad werd toegekend, hetzij in het geval dat tegen de beslissing niet langer een gewoon rechtsmiddel (verzet of hoger beroep) kan worden ingesteld en de beslissing dus als definitief wordt beschouwd.

Het is belangrijk om er rekening mee te houden dat wanneer een beslissing uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, ondanks het feit dat hoger beroep is ingesteld, de beslissing kan worden uitgevoerd op risico van de partij die de uitvoeringsmaatregelen heeft ingesteld. Als een uitspraak in eerste aanleg is gedaan, maar hiertegen een gewoon rechtsmiddel is ingesteld dat uitmondt in vernietiging van de beslissing, dan moeten de in beslag genomen goederen door de betreffende partij in hun oorspronkelijke staat worden hersteld.

De geldigheidsduur van een rechterlijke beslissing is beperkt tot tien jaar. In bepaalde omstandigheden kan deze verjaringstermijn worden verlengd, met name in het geval van opschorting of onderbreking van de verjaringstermijn.

2. EEN TITEL DIE... BETEKEND IS

Artikel 1495 van het Belgische Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat “geen veroordelende beslissing kan ten uitvoer worden gelegd dan nadat zij aan de partij is betekend”.

Om een uitvoeringsmaatregel te kunnen treffen op grond van een uitvoerbare titel, moet de titel altijd eerst worden betekend aan de partij tegen wie de maatregel gericht is. Het doel hiervan is zekerheid te bekomen over het feit dat de beslissing die de partij veroordeelt, is meegedeeld aan deze partij. Als niet aan deze vereiste is voldaan, kan dit de gehele tenuitvoerleggingsprocedure nietig maken.

Om de titel rechtsgeldig te kunnen laten betekenen, is de tussenkomst van een Belgische gerechtsdeurwaarder (‘huissier’) vereist.

De verplichte betekening geldt echter niet voor notariële akten, omdat wordt aangenomen dat de betrokken partijen bekend zijn met de inhoud daarvan, omdat zij de akte allen hebben ondertekend.

HET BIJZONDERE GEVAL VAN BETEKENING VAN EEN BELGISCHE RECHTERLIJKE BESLISSING IN EEN ANDERE LIDSTAAT VAN DE EU

Als de verweerder woonachtig is in een andere lidstaat van de EU, dan moet de rechterlijke beslissing aan hem worden betekend in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1393/2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken.

Deze verordening reikt verschillende betekeningswijzen aan. De meest rechtszekere manier is de volgende: de eiser verzoekt een Belgische gerechtsdeurwaarder (in zijn hoedanigheid als verzendende instantie in het land van oorsprong) om de rechterlijke beslissing die samen met de noodzakelijke stukken aan de schuldenaar moet worden betekend, door te zenden aan zijn ambtgenoot die bevoegd is in het betreffende rechtsgebied binnen de andere lidstaat (in zijn hoedanigheid als ontvangende instantie). De ontvangende instantie dient vervolgens zorg te dragen voor de feitelijke betekening van alle stukken die hem worden bezorgd , en dit in overeenstemming met de nationale wettelijke voorschriften van de lidstaat waarin de schuldenaar woonachtig is. De ontvangende instantie moet de verzendende instantie op de hoogte houden van het (al dan niet succesvolle) resultaat van de betekening.

3. EEN TITEL...WAARVOOR EEN BEVEL TOT BETALEN IS AFGEGEVEN

Artikel 1499 van het Belgische Gerechtelijk Wetboek bepaalt het volgende: “Aan elk uitvoerend beslag op roerend goed gaat een bevel aan de schuldenaar vooraf, dat ten minste een dag voor het beslag wordt gedaan en dat, indien de titel bestaat uit een rechterlijke beslissing, de betekening daarvan bevat indien dit nog niet gebeurd is.”

Artikel 1564 van het Belgische Gerechtelijk Wetboek bepaalt het volgende: “Het uitvoerend beslag op onroerend goed wordt voorafgegaan door een bevel bij exploot betekend aan de persoon dan wel aan de werkelijke of in de titel der schuldvordering gekozen woonplaats.”

Het bevel tot betalen (‘commandement de payer’) is een exploot van de gerechtsdeurwaarder waarbij de schuldenaar een bevel tot betalen krijgt in overeenstemming met de uitvoerbare titel, met de waarschuwing dat wanneer vrijwillige betaling uitblijft, de schuldenaar tot betaling zal worden gedwongen door middel van gedwongen tenuitvoerlegging.

Het bevel tot betalen kan tegelijk met de uitvoerbare titel worden betekend en gaat in elk geval vooraf aan de beslaglegging op roerende en onroerende goederen als tenuitvoerlegging van een vonnis, behalve in geval van derdenbeslag (‘saisie-arrêt exécution’).

De betekening van het bevel tot betalen is ook van belang bij bewarend beslag (zie hiervoor ook onderdeel II), omdat door de betekening van het bevel het bewarend beslag wordt omgezet in een uitvoerend beslag). Dit voorkomt dat de eiser opnieuw de procedurele formaliteiten zou moeten doorlopen die al vervuld zijn in de bewarende fase.

4. EEN TITEL... DIE BETREKKING HEEFT OP EEN ZEKERE, VASTSTAANDE EN OPEISBARE VORDERING

Artikel 1494 van het Belgische Gerechtelijk Wetboek legt vast dat “geen uitvoerend beslag op roerend of onroerend goed mag worden gelegd dan krachtens een uitvoerbare titel en wegens vaststaande en zekere zaken.”

Zeker

Een zekere vordering is een vordering die, op basis van een summier onderzoek, voldoende gegrond lijkt te zijn of voldoende elementen van zekerheid lijkt te bevatten om een bewarend beslag toe te staan of te handhaven. Een voorwaardelijke, mogelijke of zelfs een betwiste vordering (als de betwisting van de vordering niet voldoende ernstig lijkt te zijn) kan dus de basis vormen voor bewarend beslag.

Opeisbaar

Een vordering wordt als opeisbaar beschouwd vanaf het moment waarop de schuldeiser onmiddellijke betaling kan eisen. Het Belgische Burgerlijk Wetboek maakt niettemin een uitzondering op deze regel voor vorderingen op periodiek verschuldigde betalingen, zoals huurgeld.

Vaststaand

Een vordering is vaststaand als het bedrag ervan vaststaat of vastgesteld kan worden.

“Bewarende” maatregelen of: hoe kan een schuldeiser zijn rechten beschermen als hij nog geen uitvoerbare titel in zijn bezit heeft?

Ook als een schuldeiser nog geen uitvoerbare titel in handen heeft, staan er toch een aantal hulpmiddelen ter zijner beschikking. In dit geval staat het Belgische recht de schuldenaar toe een gerechtsdeurwaarder te verzoeken over te gaan tot het treffen van een bewarende maatregel in de vorm van een beslag.

Het doel van een dergelijk beslag is eenvoudig: voorkomen dat de schuldenaar gedurende een bepaalde periode goederen niet naar goeddunken over zijn vermogenkan beschikken . Anders gezegd, een dergelijke maatregel zorgt ervoor dat de vermogensbestanddelen van de schuldenaar in hun huidige toestand bewaard blijven, zodat de schuldenaar tijd heeft om een uitvoerbare titel te bekomen ..

Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid van bewarend beslag moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan.

Er bestaan twee soorten voorwaarden: inhoudelijke vereisten en vormvereisten.

1. INHOUDELIJKE VEREISTEN

Er zijn twee inhoudelijke vereisten: urgentie en de kenmerken van de vordering.

SPOED

Volgens artikel 1413 van het Belgische Gerechtelijke Wetboek kan “iedere schuldeiser in spoedeisende gevallen (...) toelating vragen om op de voor beslag vatbare goederen van zijn schuldenaar bewarend beslag te leggen”.

Dit vereiste houdt in dat het beslag alleen mag worden uitgevoerd of toegestaan als de schuldeiser vreest voor benadeling als dit niet wordt gedaan. Anders gezegd, als de houding van de schuldeiser of de situatie van zijn vermogen er redelijkerwijze doet vermoeden dat, de toekomstige invordering van de schuld gevaar loopt, als de bewarende maatregel niet wordt genomen.

De noodzaak voor een bewarend beslag wordt daarom onderzocht in het licht van de bestaande of dreigende insolvabiliteit van de schuldenaar.

Ter exemplatieve titel kunnen de volgende situaties aanleiding geven tot een dergelijke maatregel:

  • Ingeval de schuldenaar zijn insolvabiliteit opzettelijk teweeg brengt;
  • Indien uit verscheidene feiten blijkt dat de schuldenaar in een toestand verkeert waarin hij niet in staat is om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen;
  • Indien de rechter, gelet op de stukken, ervan overtuigd is dat de schuldenaar in een objectief moeilijke situatie verkeert (herhaaldelijke of constante betalingsmoeilijkheden, gebrek aan reactie van de schuldenaar ondanks talrijke aanmaningen, e.d.).

Van “urgentie “ is dan ook geen sprake, als de enige reden voor de aanvraag van de schuldeiser erin bestaat dat hij in geldnood verkeert.

DE KENMERKEN VAN DE VORDERING

Artikel 1415 van het Belgische Gerechtelijk Wetboek bepaalt: “Bewarend beslag leggen mag alleen worden verleend wegens een schuldvordering die zeker en opeisbaar is, en die vaststaande is of vatbaar voor een voorlopige raming”.

Bewarend beslag mag enkel worden verleend op basis van een schuldvordering die zeker en opeisbaar is. In deel I hierboven wordt verdere uitleg gegeven over deze verschillende vereisten.

2. VORMVEREISTEN

De vormvereisten waaraan moet worden voldaan, kunnen in het kort worden onderverdeeld in voorwaarden voor –enerzijds- gevallen waarin verplichte toestemming voor het bewarende beslag moet worden aangevraagd bij de beslagrechter (‘juge des saisies’) en voorwaarden voor gevallen waarin dit niet verplicht is, anderzijds.

BESLAG MET TOESTEMMING VAN DE BESLAGRECHTER

In de meeste gevallen is de toestemming van de beslagrechter nodig voor het leggen van bewarend beslag.

Om deze toestemming te verkrijgen, moet de schuldeiser een aanvraag indienen onder de vorm van een eenzijdig verzoekschrift waarin bepaalde vermeldingen moeten worden opgenomen, waaronder de datum waarop het verzoek is ingediend, de identificatie van de partijen en het doel en de redenen voor de aanvraag, evenals het soort beslag dat wordt aangevraagd.

Alle ondersteunende stukken moeten worden bijgevoegd, zodat de rechter zijn beslissing met volledige kennis van zaken kan nemen.

BESLAG ZONDER TOESTEMMING VAN DE BESLAGRECHTER

In bepaalde omstandigheden kan de schuldeiser echter rechtstreeks opdracht geven aan een gerechtsdeurwaarder om bewarend beslag te leggen zonder voorafgaande toestemming van de rechter:

  • Indien de schuldeiser al een Belgische rechterlijke beslissing in zijn bezit heeft, ook al is deze niet uitvoerbaar bij voorraad, of een Belgisch arbitraal vonnis;
  • Indien de schuldeiser in het bezit is van een buitenlandse rechterlijke beslissing of een buitenlands arbitraal vonnis, mits deze beslissing krachtens Belgisch recht erkend wordt overeenkomstig de voorwaarden van een tussen België en het land van herkomst geldend verdrag;
  • Indien de schuldeiser al in het bezit is van een notariële akte, ook als de akte niet voorzien is van een formule van tenuitvoerlegging, mits de akte duidelijk blijkt geeft van de verplichting van de schuldenaar tot betaling van een bepaald bedrag:
  • In het geval van pandbeslag (beslag van een goed om de betaling van vervallen huur- of pachtgelden zeker te stellen);
  • In het geval van derdenbeslag, als de schuldeiser al beschikt over een titel (rechtelijke beslissing of authentieke akte) of een eenvoudige onderhandse titel;
Onderhandse titel

Met een ‘onderhandse titel’ wordt bedoeld een “naar behoren opgesteld schriftelijk document dat tegenwerpelijk is aan de schuldenaar en dat blijkt geeft van een vordering die zeker, opeisbaar en vaststaand is”.

Dit is het geval bij:

  • een geaccepteerde of geprotesteerde wisselbrief,
  • een cheque,
  • een orderbriefje,
  • een testament,
  • een verzekeringspolis,
  • een contract,
  • een factuur.

3. HOOFDCATEGORIEËN VAN BEWAREND BESLAG NAAR BELGISCH RECHT

Om zijn belangen te beschermen heeft de schuldeiser de keuze uit vijf verschillende soorten beslag. Drie hiervan hebben een verlengbare geldigheidsduur van drie jaar, afgezien van de mogelijke gronden tot opschorting.

Het doel van deze maatregelen is in feite om de goederen die deel uitmaken van het persoonlijke vermogen van de schuldenaar tijdelijk onbeschikbaar te maken.

ROEREND BESLAG (‘SAISIE MOBILIÈRE’)

Dit beslag kan worden gelegd op de roerende goederen die eigendom zijn van de schuldenaar (zoals meubelen, voertuigen, e.d.)

ONROEREND BESLAG (‘SAISIE IMMOBILIÈRE’)

Dit beslag kan worden gelegd op alle goederen van de schuldenaar die uit hun aard of door hun bestemming onroerend zijn. Dit beslag kan ook worden gelegd op rechten van vruchtgebruik (‘usufruit’), erfpacht (‘emphytéose’) en opstal (‘droit de superficie’) van de schuldenaar. Op gebruiks- en woonrechten kan echter geen beslag worden gelegd.

DERDENBESLAG (‘SAISIE-ARRÊT’)

Derdenbeslag is een procedure waarbij een schuldeiser beslag legt op geld of roerende goederen (aandelen, effecten, e.d.) van de schuldenaar die zich in handen van een derde bevinden.

GEDWONGEN TENUITVOERLEGGING

Dit soort beslag verschilt enigszins van de vorige twee categorieën in de in zin dat er niet langer twee partijen bij betrokken zijn (de schuldeiser en de schuldenaar), maar drie: de schuldeiser die de beslagmaatregel neemt, de schuldenaar/beslagene en de derde-beslagene (die op zijn beurt de schuldenaar van de beslagene is).

Derdenbeslag wordt doorgaans gebruikt om bij een bank beslag te leggen op geld dat de schuldenaar op zijn bankrekening heeft staan, of om rechtstreeks beslag te leggen op het loon van de schuldenaar in handen van zijn werkgever.

OVERIGE BIJZONDERE VORMEN VAN BEWAREND BESLAG

Er zijn nog drie andere vormen van bewarend beslag, maar deze worden minder vaak gebruikt vanwege hun specifieke kenmerken.

Deze drie vormen zijn:

  • Pandbeslag (‘saisie-gagerie’). Hierbij kan de eigenaar of hoofdhuurder van een landbouwbedrijf wegens achterstallige huur- of pachtgelden beslag leggen op de goederen en vruchten waarmee de verhuurde gebouwen of grond zijn uitgerust.
  • Beslag tot terugvordering (‘saisie-revendication’). Hierbij wordt het recht uitgeoefend om een roerend goed te volgen, ongeacht in wiens handen het zich bevindt, om de bewaring van dat goed te verzekeren en het bezit daarvan terug te vorderen zodra de rechter uitspraak heeft gedaan over het eigendom, het bezit of de bewaarneming van het goed. Dit beslag kan worden gelegd ongeacht in wiens bezit het goed zich bevindt.
  • Beslag op schepen (hier alleen genoemd ter informatie).